Dat het paradijs voor mij zal zijn

Dat het paradijs voor mij zal zijn portretteert drie jonge nederlandse vrouwen die worstelen met de consequentie van hun keuze voor de Islam. Wie schuilen er achter die blauwe ogen en lange donkere gewaden? Astrid, die nog bij haar ouders woont, is de enige moslim in haar dorp. Inge heeft besloten om met haar verloofde naar Caïro te verhuizen. Rabia is al tien jaar moslim en na een bezoek aan Mekka wil ze een niqaab dragen. Verwachtingen van hun nederlandse familie en vrienden staan haaks op hun nieuwe overtuiging. Ze praten hierover met vrienden en familie en de steun die ze vinden bij hun zusters. In bijeenkomsten testen jonge moslima’s elkaars kennis over de profeten en bediscussiëren ze de Nederlandse en de Arabische cultuur. Astrid zegt: ‘Ik ben tenslotte een Nederlandse moslima’.